Meer over LCH
Langerhans Cel Histiocytose (LCH) is een zeldzame ziekte, die vooral bij kinderen voorkomt. Maar ook als volwassene kun je, ongeacht de leeftijd, worden getroffen door de ziekte. De verschillende vormen van de ziekte zijn ruim een eeuw al beschreven, maar pas de laatste jaren krijgt de ziekte meer bekendheid. Vooral de vormen die volwassenen treffen zijn lang onderbelicht gebleven.
Achtergrond LCH
Langerhanscellen zijn histiocyten. Dat zijn een soort witte bloedcellen die in het beenmerg worden aangemaakt. Ze spelen een belangrijke rol bij de verdediging van het lichaam tegen schadelijke stoffen. Bij LCH gaan deze cellen in de weefsels woekeren, waardoor de functie van het orgaan in het gedrang raakt.
De oorzaak van LCH is nog onbekend. Uit onderzoek van de afgelopen jaren zijn wel verschillende theorieën ontwikkeld. Een theorie gaat er bijvoorbeeld van uit dat LCH wordt veroorzaakt door een ongewone reactie van het afweersysteem. Een andere theorie zegt dat LCH wordt geactiveerd wordt door een ontstekingsreactie. Maar ondanks jaren van intensief onderzoek is de oorzaak van LCH nog steeds niet vastgesteld.
De omvang van LCH
De meeste studies naar de incidentie (het aantal nieuwe gevallen van een ziekte in één jaar) van LCH zijn verricht onder kinderen. De schatting is dat bij 1 op de 200.000 kinderen per jaar de diagnose wordt gesteld. Omdat LCH bij volwassenen nog zeldzamer is dan bij kinderen, is de incidentie moeilijk te schatten, maar onderzoek suggereert dat bij 1 op de 560.000 volwassenen per jaar de diagnose wordt gesteld.
Andere namen voor LCH
In de jaren dat de ziekte werd bestudeerd, heeft het allerlei namen gehad. Enkele van de meest gebruikte namen zijn: histiocytose-X, eosinofiel granuloom, de ziekte van Hand-Schüller-Christian en de ziekte van Letterer-Siwe. Nog meer namen die ook worden gebruikt, zijn Reticulo-endotheliose, de ziekte van Hashimoto-Pritzker, Langerhans cel granulomatose en Type 1 histiocytose. Hoewel deze benamingen allemaal zijn vervangen door Langerhans Cel Histiocytose, worden ze nog steeds door artsen gebruikt bij specifieke problemen of een bepaald verloop van de ziekte bij individuele patiënten.